TOP NEWS

.
.
De uittreksels uit het strafregister, uitgereikt aan particulieren
© Steve Closset

De uittreksels uit het strafregister, uitgereikt aan particulieren

Naast de gerechtelijke en administratieve overheden kunnen ook particulieren een uittreksel van hun strafregister bekomen, in functie van het beoogde gebruik.

We hebben eerder al de toegangsmodaliteiten tot het centrale strafregister voor de gerechtelijke en administratieve overheden, belast met de uitvoering van gerechtelijke opdrachten in strafzaken alsook van de openbare besturen bekeken. De informatie aan buitenlandse autoriteiten, in de gevallen voorzien door de internationale verdragen, is een zodanig specifieke materie dat we ze hier niet behandelen.

Welke gegevens kunnen particulieren opvragen?
Particulieren zijn de derde categorie van gebruikers waarvoor de toegangsmodaliteiten tot het strafregister worden bepaald door de artikels 595 en 596 van het Wetboek van strafvordering.
Als algemene regel kan men stellen dat particulieren enkel beperkte uittreksels kunnen verkrijgen (men spreekt niet meer over een bewijs van goed gedrag en zeden). Het uittreksel van het strafregister bevat slechts uitgezuiverde gegevens: naast de gegevens waar ook de openbare diensten geen toegang toe hebben, worden ook de maatregelen genomen tegenover abnormalen in uitvoering van de wet op het sociaal verweer van 1964 (inmiddels vervangen door de wet van 5 mei 2014 betreffende de internering) en de vervallenverklaringen en de maatregelen opgesomd in artikel 63 van de wet van 8 april 1965 over de jeugdbescherming (met uitzondering van de gevallen voorzien in artikel 596 alinea 2 van het WSv) niet vermeld op het uittreksel dat aan de particulier wordt afgeleverd.

De toegang tot de gegevens in functie van de activiteit
Volgens de artikels 595 en 596 van het Wetboek van strafvordering wordt er bij het uitreiken van een uittreksel van het strafregister geen rekening meer gehouden met de verschillende bestemmelingen van het document.
Er wordt wel een onderscheid gemaakt volgens het doel van het document. Zo zijn de vermeldingen op het uittreksel verschillend in de volgende gevallen:
- 1° het uittreksel wordt gevraagd voor een activiteit waarvoor de toegangsvoorwaarden of de uitoefeningsvoorwaarden niet zijn bepaald (model 595 – vroeger “model 1”);
- 2° het uittreksel wordt gevraagd voor een activiteit waarvoor de toegangsvoorwaarden of de uitvoeringsvoorwaarden zijn bepaald in een wettelijke of reglementaire bepaling (model 596-1);
- 3° het uittreksel wordt gevraagd met het oog op de toegang tot een activiteit in verband met opvoeding, psycho-medisch-sociale begeleiding, hulpverlening aan de jeugd, kinderbescherming, animatie of begeleiding van minderjarigen (model 596-2 – oud “model 2”).

In de hypothese (art. 596, 1ste alinea WSv) dat de aanvraag voor het uittreksel is gedaan met het oog op de toegang tot een activiteit waarvoor de toegangsvoorwaarden of uitoefeningsvoorwaarden zijn bepaald in wettelijke of reglementaire beschikkingen, vermeldt het uittreksel alle veroordelingen tot een criminele, correctionele of politiestraf, alsook de eenvoudige schuldigverklaringen uitgesproken minder dan drie maanden voor de datum van het uittreksel en, voor vonnissen die meer dan drie jaar voordien werden uitgesproken, de gevangenisstraffen van meer dan zes maanden en de boetes van meer dan € 500 voor inbreuken andere dan die op de wegcode.
”Lichte” veroordelingen worden enkel vermeld als ze gepaard gaan met een vervallenverklaring of verbod, voor zover deze werden uitgesproken voor meer dan drie jaar en die, voor de betrokken persoon, een verbod opleggen om de activiteit uit te oefenen waarvoor het uittreksel wordt gevraagd. Zo worden bijvoorbeeld op het uittreksel dat wordt aangevraagd door iemand die wapenmaker wil worden, ook de “lichte” veroordelingen vermeld inzake de wapenwetgeving. Andere “lichte” veroordelingen worden daarentegen niet vermeld.

In de hypothese (art. 596, alinea 2 WSv) dat de aanvraag voor het uittreksel wordt gedaan met het oog op de toegang tot een activiteit in verband met opvoeding, psycho-medisch-sociale begeleiding, hulpverlening aan de jeugd, kinderbescherming, animatie of begeleiding van minderjarigen, worden op het uittreksel ook die feiten vermeld die zijn begaan tegen een minderjarige, voor zover dit element een constitutief bestanddeel van het misdrijf uitmaakt of dat het tot strafverzwaring leidt:
-  De beslissingen die de opschorting van de uitspraak van de veroordeling bevelen.
-  De beslissingen tot internering, definitieve vrijlating of vrijlating op proef of ter re-integratie, alsook de beslissingen ten opzichte van de abnormalen.
-  De beslissingen inzake de terbeschikkingstelling van de SUR en de internering van recidivisten, gewoontemisdadigers en daders van bepaalde seksuele delicten.
-  De beslissingen geveld in strafzaken door buitenlandse strafrechtbanken ten laste van Belgen.
-  (Sinds 2016) de werkstraffen, de straffen voor autonome probatie en de straffen van elektronisch toezicht.
-  Het verbod op het uitoefenen van een activiteit die de betrokkene in contact brengt met minderjarigen, beslist door een rechter of een onderzoeksgerecht (in het kader van een vrijlating onder voorwaarden). De overheid die het uittreksel aflevert moet daarvoor de lokale politie bevragen over het feit of er tegen de aanvrager van het uittreksel een dergelijk verbod bestaat. De lokale politiedienst moet binnen een redelijke termijn zowel het positieve als het eventueel negatieve antwoord geven, zonder enige andere informatie te verstrekken dan die in verband met de aanvraag.

Praktische informatie

Het uittreksel uit het strafregister moet worden aangevraagd bij de gemeente waar de persoon gedomicilieerd is. Als de persoon niet langer in een Belgische gemeente is ingeschreven of automatisch uit het register van die gemeente is geschrapt, moet hij of zij een aanvraag indienen bij de Centrale Dienst voor het Strafregister.
In de meeste gevallen wordt het uittreksel rechtstreeks aangevraagd bij de dienst bevolking van de gemeente. Sommige lokale overheden hebben echter een beveiligd elektronisch platform dat kan worden gebruikt om een geautomatiseerde versie van het uittreksel te verkrijgen.

Hoewel er geen algemene regels zijn voor de geldigheidsduur van het uittreksel, is het gebruikelijk dat het uittreksel drie maanden geldig blijft. In sommige gevallen wordt de geldigheidsduur echter aan de ontvanger overgelaten en kan deze expliciet in een wettelijke bepaling worden vastgelegd.

De lokale autoriteiten beslissen zelf hoeveel ze aanrekenen voor het verkrijgen van een uittreksel. Een uittreksel uit het strafregister wordt over het algemeen gratis verstrekt als het nodig is om een baan te krijgen, gratie in strafzaken aan te vragen of voor verkiezingsdoeleinden.

De reeks artikels:
Welke informatie wordt opgeslagen in het strafregister? 
Vermeldingen uit het strafregister laten schrappen  
Welke autoriteiten hebben toegang tot het strafregister?

De uittreksels uit het strafregister uitgereikt aan particulieren


Vincent SERON
Hoogleraar aan de Université de Liège

Verder lezen: Uittreksel strafregister